website-banner-1150x162-full

Alles over de interne competitie

Geplaatst op 17-06-2024  -  Categorie: Algemeen  -  Auteur: Jos Lichthart
Iedere verlofhouder is wettelijk verplicht om aan minimaal 5 wedstrijden per jaar deel te nemen. Aangezien een interne verenigingscompetitie als wedstrijd kwalificeert, is dat de gemakkelijkste manier om aan die eis te voldoen. Als vereniging hebben we besloten om de interne competitie wat breder op te zetten. Daarom staat in ons Huishoudelijk Reglement dat elk lid verplicht is om deel te nemen aan de interne competitie. Ook verwachten we geen vijf scores per jaar, maar minimaal twaalf. Dat zou geen enkel probleem mogen zijn, want we zijn per slot van rekening een schietsportvereniging en we mogen van elk lid een serieuze benadering van onze sport verwachten.In het verleden wonnen de schutters die in dat competitiejaar in een bepaalde discipline de hoogste gemiddelde score hadden behaald. Klinkt logisch, maar het wordt er wel snel saai van. Het zijn immers vaak dezelfde schutters die dan winnen, gewoon omdat dat nou eenmaal de beste schutters zijn. Daarom is ooit besloten om de interne competitie anders vorm te geven: je wordt niet langer met anderen vergeleken, maar met jezelf. Nu wint de schutter die zich in het competitiejaar het meest heeft verbeterd ten opzichte van zijn historische gemiddelde.Een voorbeeld. Stel dat je in een bepaalde discipline per schietbeurt maximaal 300 punten kunt behalen. Als jouw historisch gemiddelde in die discipline 270 bedraagt, dan kun je je gemiddelde dus met maximaal 30 punten verbeteren. Als je het huidige competitiejaar afsluit met een gemiddelde van 280, dan heb je dus een verbetering behaald van 10 punten uit een theoretisch maximum van 30; dat is een verbetering van 33,3%. Een andere schutter kan zich van 290 naar 293 verbeterd hebben, en hoewel zijn absolute score hoger is (293 versus 280) eindigt hij toch lager in de interne competitie omdat hij zich met slechts 30% verbeterd heeft (daadwerkelijke verbetering = 3, verbeterpotentieel = 300-290 = 10).
Als je aan een nieuwe discipline begint, heb je nog geen historisch gemiddelde. Daarom kan jouw verbetering niet berekend worden en zal je dus in het eerste competitiejaar op 0% uitkomen. Daarmee eindig je ergens in het midden, tussen de schutters die zich verbeterd hebben en de schutters die achteruit zijn gegaan.Een ander voordeel van “tegen jezelf schieten en niet tegen anderen”: het wordt minder belangrijk om onderscheid te maken tussen de verschillende houdingen. Als je alleen naar de absolute scores zou kijken, wordt het al snel appels met peren vergelijken als je staand, knielend en liggend op één hoop zou gooien. Dat moesten dus aparte disciplines worden, en dat leidde in het verleden tot een enorm aantal disciplines, vaak met slechts een handjevol deelnemers.We verwachten dus minimaal twaalf scores, maar het mogen er ook meer zijn. Per discipline kun je in een competitiejaar maximaal 40 scores inleveren. Het is verstandig om dat ook te doen, want uiteindelijk tellen alleen de hoogste twaalf scores bij het bepalen van het gemiddelde. Dikke kans dus dat die lage score die je aan het begin van het jaar schoot uiteindelijk niet eens mee zal tellen.Als je minder dan twaalf scores hebt ingeleverd voor een bepaalde discipline, dan telt jouw score niet mee bij het bepalen van de definitieve uitslag. In 2020 is naar aanleiding van de sluiting door corona besloten om het minimale aantal scores te verlagen naar zes, en het gemiddelde werd in dat jaar dus ook berekend over de zes hoogste scores. Voor 2021 is besloten om weer minimaal twaalf scores aan te houden.
De tussenstand van de interne competitie wordt op de pagina Tussenstand interne competitie (in het Ledengedeelte van de website) gepubliceerd en wordt wekelijks bijgewerkt, meestal op woensdagochtend. Je vindt daar zowel de tussenstand op basis van absolute scores als de tussenstand op basis van het historisch gemiddelde.